Vertaling van anklammern
Inhoud:
Duits
Nederlands
anhängen, anklammern, häkeln, haken, anhaken {ww.}
haken
ich werde anklammern
du wirst anklammern
er/sie/es wird anklammern
ik zal haken
jij zult haken
hij/zij/het zal haken
» meer vervoegingen van haken