Vertaling van ankommen

Inhoud:

Duits
Nederlands
ankommen, eintreffen, gelangen, zukommen, herzukommen {ww.}
aankomen 
arriveren 

ich werde ankommen
du wirst ankommen
er/sie/es wird ankommen

ik zal aankomen
jij zult aankomen
hij/zij/het zal aankomen
» meer vervoegingen van aankomen

Der Brief wird morgen ankommen.
De brief zal morgen aankomen.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Der Brief wird morgen ankommen.

De brief zal morgen aankomen.

Ich werde am 23. Mai ankommen.

Ik kom op 23 mei.


Gerelateerd aan ankommen

eintreffen - gelangen - zukommen - herzukommen