Vertaling van ansprechen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde ansprechen
du wirst ansprechen
er/sie/es wird ansprechen
ik zal aanspreken
jij zult aanspreken
hij/zij/het zal aanspreken
» meer vervoegingen van aanspreken
ich werde ansprechen
du wirst ansprechen
er/sie/es wird ansprechen
ik zal reageren
jij zult reageren
hij/zij/het zal reageren
» meer vervoegingen van reageren