Vertaling van ansäuern

Inhoud:

Duits
Nederlands
sauer machen, säuern, ansäuern {ww.}
verzuren
zuur maken
zuren

ich werde ansäuern
du wirst ansäuern
er/sie/es wird ansäuern

ik zal verzuren
jij zult verzuren
hij/zij/het zal verzuren
» meer vervoegingen van verzuren



Gerelateerd aan ansäuern

sauer machen - säuern