Vertaling van aufbrechen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde aufbrechen
du wirst aufbrechen
er/sie/es wird aufbrechen
ik zal weggaan
jij zult weggaan
hij/zij/het zal weggaan
» meer vervoegingen van weggaan
ich werde aufbrechen
du wirst aufbrechen
er/sie/es wird aufbrechen
ik zal breken
jij zult breken
hij/zij/het zal breken
» meer vervoegingen van breken
Seine Versprechen darf man nicht brechen.
Je moet je beloftes niet breken.
Das Eis wird unter deinem Gewicht brechen.
Het ijs zal breken onder je gewicht.