Vertaling van aufbügeln

Inhoud:

Duits
Nederlands
aufplätten, aufbügeln, nochmals plätten {ww.}
opstrijken
oppersen

ich werde aufbügeln
du wirst aufbügeln
er/sie/es wird aufbügeln

ik zal opstrijken
jij zult opstrijken
hij/zij/het zal opstrijken
» meer vervoegingen van opstrijken



Gerelateerd aan aufbügeln

aufplätten - nochmals plätten