Vertaling van aufführen
Inhoud:
Duits
Nederlands
aufführen, bieten, anbieten, darstellen, vorstellen, präsentieren {ww.}
ich werde aufführen
du wirst aufführen
er/sie/es wird aufführen
ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
Darf ich mich vorstellen?
Mag ik mij voorstellen?
Sie hätten sich vorstellen sollen.
Je had je moeten voorstellen.