Vertaling van aufhalten

Inhoud:

Duits
Nederlands
abhalten, aufhalten, enthalten, verhindern, zurückhalten {ww.}
weghouden
onthouden
onttrekken
afhouden

ich werde aufhalten
du wirst aufhalten
er/sie/es wird aufhalten

ik zal weghouden
jij zult weghouden
hij/zij/het zal weghouden
» meer vervoegingen van weghouden

halten, aufhalten, verhalten {ww.}
houden
vasthouden
bijhouden

ich werde aufhalten
du wirst aufhalten
er/sie/es wird aufhalten

ik zal houden
jij zult houden
hij/zij/het zal houden
» meer vervoegingen van houden

Bitte halten Sie mich auf dem Laufenden.
Blijf mij op de hoogte houden.
Er fasste den Entschluss, seinen Plan geheim zu halten.
Hij besloot zijn plan geheim te houden.
hindern, sperren, versperren, absperren, aufhalten, hemmen, behindern {ww.}
versperren
stuwen
afsluiten 
belemmeren 
afdammen

ich werde aufhalten
du wirst aufhalten
er/sie/es wird aufhalten

ik zal versperren
jij zult versperren
hij/zij/het zal versperren
» meer vervoegingen van versperren

anhalten, sperren, zum Stehen bringen, aufhalten {ww.}
stuiten
stoppen 
stilzetten
stilleggen
keren
aanhouden 

ich werde aufhalten
du wirst aufhalten
er/sie/es wird aufhalten

ik zal stuiten
jij zult stuiten
hij/zij/het zal stuiten
» meer vervoegingen van stuiten