Vertaling van aufmachen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde aufmachen
du wirst aufmachen
er/sie/es wird aufmachen
ik zal openen
jij zult openen
hij/zij/het zal openen
» meer vervoegingen van openen
Öffnen Sie den Koffer.
Koffers openmaken, alstublieft.
Darf ich das Fenster öffnen?
Mag ik het raam opendoen?