Vertaling van aufplatzen
Inhoud:
Duits
Nederlands
aufplatzen, aufspringen {ww.}
openspringen
er/sie/es wird aufplatzen
sie werden aufplatzen
er/sie/es würde aufplatzen
hij/zij/het zal openspringen
zij zult openspringen
hij/zij/het zal openspringen
» meer vervoegingen van openspringen