Vertaling van aufsuchen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde aufsuchen
du wirst aufsuchen
er/sie/es wird aufsuchen
ik zal zoeken
jij zult zoeken
hij/zij/het zal zoeken
» meer vervoegingen van zoeken
Ich muss meinen Stift suchen.
Ik moet naar mijn pen zoeken.
Was hat der Stuhl hier zu suchen?
Wat heeft deze stoel hier te zoeken?