Vertaling van ausleeren
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde ausleeren
du wirst ausleeren
er/sie/es wird ausleeren
ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen
» meer vervoegingen van uithalen
ich werde ausleeren
du wirst ausleeren
er/sie/es wird ausleeren
ik zal uithalen
jij zult uithalen
hij/zij/het zal uithalen
» meer vervoegingen van uithalen