Vertaling van ausrücken

Inhoud:

Duits
Nederlands
ausgehen, ausrücken, hinausgehen {ww.}
uitgaan 
uittreden
uitstijgen
uitstappen
uitlopen
uitkomen 

ich werde ausrücken
du wirst ausrücken
er/sie/es wird ausrücken

ik zal uitgaan
jij zult uitgaan
hij/zij/het zal uitgaan
» meer vervoegingen van uitgaan

Ich kann nicht ausgehen, weil ich vor einer Woche bei einem Unfall verletzt wurde.
Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.
kräftig ziehen, zerren, schleppen, anholen, treideln, rücken, ausrücken {ww.}
trekken
slepen

ich werde ausrücken
du wirst ausrücken
er/sie/es wird ausrücken

ik zal trekken
jij zult trekken
hij/zij/het zal trekken
» meer vervoegingen van trekken



Gerelateerd aan ausrücken

ausgehen - hinausgehen - kräftig ziehen - zerren - schleppen - anholen - treideln - rücken