Vertaling van ausrutschen
Inhoud:
Duits
Nederlands
losrutschen, ausrutschen, glitschen, rutschen {ww.}
uitglijden
slippen
slippen
ich werde ausrutschen
du wirst ausrutschen
er/sie/es wird ausrutschen
ik zal uitglijden
jij zult uitglijden
hij/zij/het zal uitglijden
» meer vervoegingen van uitglijden