Vertaling van ausschreiten
Duits
Nederlands
ich werde ausschreiten
du wirst ausschreiten
er/sie/es wird ausschreiten
ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen
» meer vervoegingen van uitkomen
ausschreiten {ww.}
schrijden
ich werde ausschreiten
du wirst ausschreiten
er/sie/es wird ausschreiten
ik zal schrijden
jij zult schrijden
hij/zij/het zal schrijden
» meer vervoegingen van schrijden