Vertaling van ausschwärmen
Inhoud:
Duits
Nederlands
schwärmen, ausschwärmen {ww.}
uitzwermen
er/sie/es wird ausschwärmen
sie werden ausschwärmen
er/sie/es würde ausschwärmen
hij/zij/het zal uitzwermen
zij zult uitzwermen
hij/zij/het zal uitzwermen
» meer vervoegingen van uitzwermen