Vertaling van ausschütten
Inhoud:
Duits
Nederlands
ausschütten, streuen, verschütten {ww.}
uitstrooien
verstrooien
rondstrooien
verstrooien
rondstrooien
ich werde ausschütten
du wirst ausschütten
er/sie/es wird ausschütten
ik zal uitstrooien
jij zult uitstrooien
hij/zij/het zal uitstrooien
» meer vervoegingen van uitstrooien