Vertaling van ausstellen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ausstellen, auslegen, aussetzen, belichten, exponieren {ww.}
ich werde ausstellen
du wirst ausstellen
er/sie/es wird ausstellen
ik zal uitstallen
jij zult uitstallen
hij/zij/het zal uitstallen
» meer vervoegingen van uitstallen
ausstellen {ww.}
tentoonstellen
exposeren
exposeren
ich werde ausstellen
du wirst ausstellen
er/sie/es wird ausstellen
ik zal tentoonstellen
jij zult tentoonstellen
hij/zij/het zal tentoonstellen
» meer vervoegingen van tentoonstellen
ich werde ausstellen
du wirst ausstellen
er/sie/es wird ausstellen
ik zal uitstallen
jij zult uitstallen
hij/zij/het zal uitstallen
» meer vervoegingen van uitstallen