Vertaling van ausstoßen

Inhoud:

Duits
Nederlands
ausstoßen, bannen {ww.}
verbannen 
uitwijzen
uitdrijven
uitjagen
naar buiten jagen

ich werde ausstoßen
du wirst ausstoßen
er/sie/es wird ausstoßen

ik zal verbannen
jij zult verbannen
hij/zij/het zal verbannen
» meer vervoegingen van verbannen

ausstoßen, verdrängen {ww.}
wegstoten
uitstoten

ich werde ausstoßen
du wirst ausstoßen
er/sie/es wird ausstoßen

ik zal wegstoten
jij zult wegstoten
hij/zij/het zal wegstoten
» meer vervoegingen van wegstoten

ausschließen, exkommunizieren, mit dem Bann belegen, ausstoßen {ww.}
in de ban doen
excommuniceren

ich werde ausstoßen
du wirst ausstoßen
er/sie/es wird ausstoßen

ik zal excommuniceren
jij zult excommuniceren
hij/zij/het zal excommuniceren
» meer vervoegingen van excommuniceren

ausschließen, aussondern, heraustun, herausschaffen, ausstoßen {ww.}
uiten
uitdrijven
uithalen
uitbrengen
slaken
ontlokken 

ich werde ausstoßen
du wirst ausstoßen
er/sie/es wird ausstoßen

ik zal uiten
jij zult uiten
hij/zij/het zal uiten
» meer vervoegingen van uiten

ausschalten, ausstoßen, eliminieren, wegschaffen, ausscheiden, absondern, kaltstellen, beseitigen, aus dem Weg räumen, ausmerzen {ww.}
wegwerken
uitschakelen
verwijderen
elimineren 

ich werde ausstoßen
du wirst ausstoßen
er/sie/es wird ausstoßen

ik zal wegwerken
jij zult wegwerken
hij/zij/het zal wegwerken
» meer vervoegingen van wegwerken

Heraustun, Herausschaffen, Ausscheiddung, Ausstoß [m] (der ~), Ausstoßen {zn.}
ontwikkeling  [v]
eliminatie  [v]