Vertaling van bald
Inhoud:
Duits
Nederlands
in Kürze, bald, demnächst, kurzfristig {bw.}
binnenkort
binnen afzienbare tijd
in de nabije toekomst
binnen afzienbare tijd
in de nabije toekomst
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Bis bald!
Tot ziens!
Er wird bald kommen.
Hij komt snel.
Bald ist Frühling.
De lente komt eraan.
Bald sind Sommerferien.
Het is bijna zomervakantie.
Bitte schreib bald zurück.
Schrijf alsjeblieft gauw terug.
Tulpen werden bald blühen.
Tulpen zullen snel bloeien.
Komm bald zurück.
Kom snel terug.
Bald ist Weihnachten.
Kerstmis komt eraan.
Ich bin bald zurück.
Ik ben zo terug.
Er wird bald Vater.
Hij wordt binnenkort vader.
Es klärt sich bald auf.
Het zal snel opklaren.
Ich werde bald zurück sein.
Ik ben zo terug.
Der Zug kommt bald an.
De trein is in aantocht.
Wir werden sie bald besuchen.
We gaan ze snel bezoeken.
Er wird bald wieder gesund.
Hij zal snel beter worden.