Vertaling van bauen
Inhoud:
Duits
Nederlands
wir bauen
sie bauen
wij bouwen
zij bouwen
» meer vervoegingen van bouwen
Unser Betrieb plant, in Russland eine neue Chemiefabrik zu bauen.
Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland.
Sein Plan ist es, eine Brücke über diesen Fluss zu bauen.
Zijn plan is, een brug over die rivier te bouwen.
graben, wühlen, umgraben, bauen, abteufen, niederbringen, ausheben, ausschachten, herumkramen, herumwühlen {ww.}
spitten
woelen
graven
woelen
graven
wir bauen
sie bauen
wij spitten
zij spitten
» meer vervoegingen van spitten
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Wir bauen hier Weizen an.
We verbouwen tarwe hier.
Unser Betrieb plant, in Russland eine neue Chemiefabrik zu bauen.
Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland.
Sein Plan ist es, eine Brücke über diesen Fluss zu bauen.
Zijn plan is, een brug over die rivier te bouwen.