Vertaling van beeidigen

Inhoud:

Duits
Nederlands
beeidigen, vereidigen {ww.}
een eed afnemen
beëdigen

wir beeidigen
sie beeidigen

wij beëdigen
zij beëdigen
» meer vervoegingen van beëdigen

beeidigen, schwören, beschwören {ww.}
zweren 
een eed afleggen

sie beeidigen

zij zweren
» meer vervoegingen van zweren



Gerelateerd aan beeidigen

vereidigen - schwören - beschwören