Vertaling van beengen
Inhoud:
Duits
Nederlands
beengen, behindern, belästigen, genieren, stören, lästig werden {ww.}
wir beengen
sie beengen
wij storen
zij storen
» meer vervoegingen van storen
Nicht stören.
Niet storen.
Ich werde mir Mühe geben, dich nicht beim Lernen zu stören.
Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.