Vertaling van befestigen
Inhoud:
Duits
Nederlands
befestigen, festmachen, anbringen, fixieren, festbinden, anstecken, aufstecken, aufspannen, einspannen, festspannen, verankern {ww.}
wir befestigen
sie befestigen
wij hechten aan
zij hechten aan
» meer vervoegingen van aanhechten
befestigen, festsetzen, fixieren, festmachen, anbringen, festbinden, anstecken, aufstecken, aufspannen, einspannen, festspannen, verankern, bestimmen, regeln, formulieren, aufstellen, abstecken {ww.}
wir befestigen
sie befestigen
wij stellen vast
zij stellen vast
» meer vervoegingen van vaststellen
befestigen, fest anmachen, bekräftigen, stärken, festigen, bestärken {ww.}
wir befestigen
sie befestigen
wij verstevigen
zij verstevigen
» meer vervoegingen van verstevigen
zementieren, auszementieren, befestigen, schmieden {ww.}
tot een hechte eenheid maken
cementeren
cementeren
wir befestigen
sie befestigen
wij cementeren
zij cementeren
» meer vervoegingen van cementeren