Vertaling van beiläufig

Inhoud:

Duits
Nederlands
beiläufig, dabei, daneben, nebenan, nebenher, nebenbei {bw.}
daarnaast
ernaast
hiernaast
in de nabijheid
flüchtig, beiläufig {bw.}
in het voorbijgaan
terloops 
vluchtig


Gerelateerd aan beiläufig

dabei - daneben - nebenan - nebenher - nebenbei - flüchtig