Vertaling van beim
Voorbeelden in zinsverband
Ich war beim Friseur.
Ik ben naar de kapper geweest.
Schließ beim Hinausgehen die Türe.
Doe de deur dicht als je weggaat.
Oh, ihr wart beim Friseur.
Ach, je bent naar de kapper geweest.
Ach, du warst beim Friseur.
Ach, je bent naar de kapper geweest.
Ich bin beim Fernsehen eingeschlafen.
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
Zäum das Pferd nicht beim Schwanz auf!
Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
Ich habe einen Termin beim Arzt.
Ik heb een afspraak met de dokter.
Der Junge ergriff den Hund beim Schwanz.
De jongen greep de hond bij de staart.
Ich schaue gerne Kindern beim Spielen zu.
Ik kijk graag naar spelende kinderen.
Er hat mir beim Umziehen geholfen.
Hij hielp me verhuizen.
Beim Basketball sind große Spieler im Vorteil.
Lange spelers hebben een voordeel in basketbal.
Ich habe beim Bäcker ein Brot gekauft.
Ik heb een brood gekocht bij de bakker.
Er hat mir beim Umziehen geholfen.
Hij hielp me verhuizen.
Beim nächsten Halt müssen Sie umsteigen.
Op het volgende station moet u overstappen.
Jim wurde während der Klausur beim Spicken erwischt.
Jim was tijdens het examen betrapt op spieken.