Vertaling van belügen

Inhoud:

Duits
Nederlands
flunkern, lügen, belügen {ww.}
liegen

wir belügen
sie belügen

wij liegen
zij liegen
» meer vervoegingen van liegen

Sie lügen nie.
Ze liegen nooit.
Er hasste es zu lügen.
Hij haatte liegen.


Gerelateerd aan belügen

flunkern - lügen