Vertaling van belauschen

Inhoud:

Duits
Nederlands
belauschen, spionieren {ww.}
verspieden
bespioneren 
spioneren
bespieden 
spieden
beloeren

wir belauschen
sie belauschen

wij verspieden
zij verspieden
» meer vervoegingen van verspieden

belauschen, heimlich horchen, abhören {ww.}
luistervink spelen
afluisteren

wir belauschen
sie belauschen

wij luisteren af
zij luisteren af
» meer vervoegingen van afluisteren



Gerelateerd aan belauschen

spionieren - heimlich horchen - abhören