Vertaling van berühren

Inhoud:

Duits
Nederlands
rühren, anrühren, berühren, tangieren {ww.}
aanraken 
toucheren
beroeren
raken 
aankomen 

wir berühren
sie berühren

wij raken aan
zij raken aan
» meer vervoegingen van aanraken

Ich kann mit Leichtigkeit meine Zehen berühren.
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Berühren Sie diesen Knopf nicht!

Raak die knop niet aan!

Ich kann mit Leichtigkeit meine Zehen berühren.

Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.


Gerelateerd aan berühren

rühren - anrühren - tangieren