Vertaling van beschützen
Inhoud:
Duits
Nederlands
hüten, behüten, bewachen, überwachen, beaufsichtigen, beschützen, wachen über, beherrschen, im Zaum halten, wahren, bewahren {ww.}
wir beschützen
sie beschützen
wij hoeden
zij hoeden
» meer vervoegingen van hoeden
wir beschützen
sie beschützen
wij beschermen
zij beschermen
» meer vervoegingen van beschermen
Jeder muss seine eigene Familie beschützen.
Iedereen moet zijn eigen familie beschermen.
Ich verspreche dir, dass ich dich beschützen werden.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.
wir beschützen
sie beschützen
wij verdedigen
zij verdedigen
» meer vervoegingen van verdedigen
Junge Männer und Frauen haben gekämpft, um ihr Land zu verteidigen.
Jonge mannen en vrouwen vochten om hun land te verdedigen.
wir beschützen
sie beschützen
wij beschermen
zij beschermen
» meer vervoegingen van beschermen
Man muss einen Helm aufsetzen, um den Kopf zu schützen.
Men moet een helm opzetten om het hoofd te beschermen.
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Jeder muss seine eigene Familie beschützen.
Iedereen moet zijn eigen familie beschermen.
Ich verspreche dir, dass ich dich beschützen werden.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.