Vertaling van bestimmt
determineren
er/sie/es bestimmt
ihr bestimmt
hij/zij/het determineert
jullie determineren
» meer vervoegingen van determineren
beschikken over
er/sie/es bestimmt
ihr bestimmt
hij/zij/het disponeert
jullie disponeren
» meer vervoegingen van disponeren
er/sie/es bestimmt
ihr bestimmt
hij/zij/het besluit
jullie besluiten
» meer vervoegingen van besluiten
er/sie/es bestimmt
ihr bestimmt
hij/zij/het stelt vast
jullie stellen vast
» meer vervoegingen van vaststellen
bestemmen
er/sie/es bestimmt
ihr bestimmt
hij/zij/het trekt uit
jullie trekken uit
» meer vervoegingen van uittrekken
er/sie/es bestimmt
ihr bestimmt
hij/zij/het definieert
jullie definiëren
» meer vervoegingen van definiëren
Voorbeelden in zinsverband
Er wird bestimmt kommen.
Ik weet zeker dat hij komt.
Er kommt bestimmt nicht.
Hij komt zeker niet.