Vertaling van bewerkstelligen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ausführen, ausrichten, verwirklichen, bewerkstelligen, vollbringen, durchführen, zustande bringen, leisten, vornehmen {ww.}
verwezenlijken
doorvoeren
tot stand brengen
bewerkstelligen
doorvoeren
tot stand brengen
bewerkstelligen
wir bewerkstelligen
sie bewerkstelligen
wij verwezenlijken
zij verwezenlijken
» meer vervoegingen van verwezenlijken