Vertaling van bewältigen
Inhoud:
Duits
Nederlands
bewältigen, meistern, bemeistern, siegen, besiegen, überwinden {ww.}
wir bewältigen
sie bewältigen
wij zegevieren
zij zegevieren
» meer vervoegingen van zegevieren
bewältigen, überflügeln, übersteigen, überragen, übertreffen {ww.}
voorbijstreven
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen
wir bewältigen
sie bewältigen
wij streven voorbij
zij streven voorbij
» meer vervoegingen van voorbijstreven
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Die Aufgabe ist so schwierig, dass ich sie nicht bewältigen kann.
De taak is zo moeilijk dat ik het niet kan volbrengen.
Unsere Körper sind nicht darauf ausgelegt, Stress über einen längeren Zeitraum zu bewältigen.
Onze lichamen zijn niet geschikt om voor lange periodes stress te moeten verdragen.