Vertaling van biegen

Inhoud:

Duits
Nederlands
biegen, beugen, flektieren, krümmen, kleinkriegen, unterkriegen {ww.}
buigen
ombuigen
doorbuigen

wir biegen
sie biegen

wij buigen
zij buigen
» meer vervoegingen van buigen

Ich kann meine Handflächen auf den Boden setzen, ohne meine Knie zu beugen.
Ik kan mijn handpalmen op de vloer plaatsen zonder mijn knieën te buigen.
biegen, sich verneigen {ww.}
een buiging maken
nijgen
buigen

wir biegen
sie biegen

wij nijgen
zij nijgen
» meer vervoegingen van nijgen

biegen {ww.}
bukken 
zich bukken
buigen

wir biegen
sie biegen

wij bukken
zij bukken
» meer vervoegingen van bukken

biegen {ww.}
verbuigen
krombuigen
krommen
buigen

wir biegen
sie biegen

wij verbuigen
zij verbuigen
» meer vervoegingen van verbuigen

biegen, sich beugen {ww.}
zich krommen
kromtrekken
doorbuigen
trekken
buigen

wir biegen
sie biegen

wij buigen door
zij buigen door
» meer vervoegingen van doorbuigen



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Biegen Sie an der Kreuzung rechts ab.

Sla rechtsaf aan het kruispunt.

Biegen Sie an der Kreuzung rechts ab.

Sla rechtsaf aan het kruispunt.


Gerelateerd aan biegen

beugen - flektieren - krümmen - kleinkriegen - unterkriegen - sich verneigen - sich beugen