Vertaling van bleiben

Inhoud:

Duits
Nederlands
bleiben, übrigbleiben {ww.}
blijven 
verblijven
toeven
resteren
resten
overblijven 

wir bleiben
sie bleiben

wij blijven
zij blijven
» meer vervoegingen van blijven

Zuhause bleiben ist langweilig.
Thuis blijven is saai.
Wirst du zu Hause bleiben?
Zult ge thuis blijven?


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Zuhause bleiben ist langweilig.

Thuis blijven is saai.

Wirst du zu Hause bleiben?

Zult ge thuis blijven?

Ich würde lieber zuhause bleiben.

Ik zou liever thuis blijven.

Also muss ich hier bleiben.

Daarom zal ik hier moeten blijven.

Zuhause bleiben ist kein Spass.

Thuis blijven is niet leuk.

Er kann nicht lange bleiben.

Hij kan niet lang blijven.

Bleiben Sie auf der rechten Seite.

Rechts houden.

Wir wollen bleiben, was wir sind.

We willen blijven wat we zijn.

Ich würde lieber zu Hause bleiben.

Ik zou liever thuis blijven.

Wir sollten hier besser nicht länger bleiben.

We zouden hier beter niet langer blijven.

Wir hätten zu Hause bleiben sollen.

We hadden thuis moeten blijven.

Muss Tom heute zu Hause bleiben?

Moet Tom thuisblijven vandaag?

Bleiben Sie stehen, oder ich schieße.

Halt, of ik schiet.

Ich werde hier für eine kurze Zeit bleiben.

Ik blijf hier niet lang.

Die Ausstellung wird noch einen weiteren Monat geöffnet bleiben.

De tentoonstelling blijft nog een maand geopend.


Gerelateerd aan bleiben

übrigbleiben