Vertaling van blinzeln

Inhoud:

Duits
Nederlands
blinzeln, zwinkern {ww.}
tintelogen
knipperen
pinken
knipogen

wir blinzeln
sie blinzeln

wij tintelogen
zij tintelogen
» meer vervoegingen van tintelogen

flackern, blinzeln {ww.}
knipperen

wir blinzeln
sie blinzeln

wij knipperen
zij knipperen
» meer vervoegingen van knipperen



Gerelateerd aan blinzeln

zwinkern - flackern