Vertaling van bloß
Inhoud:
Duits
Nederlands
bloß, nackt {bn.}
bloot
naakt
onbedekt
onopgesmukt
naakt
onbedekt
onopgesmukt
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Tom ist bloß ein verrückter alter Mann.
Tom is gewoon een gekke oude man.
Auf dem Mond würde ich bloß fünfzehn Kilo wiegen.
Op de maan zou ik maar vijftien kilo wegen.