Vertaling van brauchen

Inhoud:

Duits
Nederlands
anwenden, benutzen, brauchen, gebrauchen, verwenden, verwerten {ww.}
gebruiken 
benutten 
aanwenden 

wir brauchen
sie brauchen

wij gebruiken
zij gebruiken
» meer vervoegingen van gebruiken

Kann ich dein Telefon benutzen?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Du kannst meine Yacht benutzen.
Je mag mijn jacht gebruiken.
benötigen, brauchen, nötig haben, bedürfen, müssen {ww.}
nodig hebben
hoeven 
toe zijn aan
behoeven 

wir brauchen
sie brauchen

wij hoeven
zij hoeven
» meer vervoegingen van hoeven

Ich werde Ihre Hilfe benötigen.
Ik zal je hulp nodig hebben.
Sie werden eine provisorische Brücke brauchen.
Je zal een tijdelijke brug nodig hebben.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Kinder brauchen viel Schlaf.

Kinderen hebben een hoop slaap nodig.

Wir brauchen eure Hilfe.

Wij hebben uw hulp nodig.

Was brauchen Sie?

Wat heb je nodig?

Wir brauchen deinen Rat.

We hebben je advies nodig.

Wir brauchen einen Wagen.

Wij hebben een auto nodig.

Wir brauchen mehr Arbeiter.

We hebben meer arbeiders nodig.

Kinder brauchen Liebe.

Kinderen hebben liefde nodig.

Wir brauchen etwas Essbares.

We hebben wat eten nodig.

Wir brauchen einen Krankenwagen.

We hebben een ambulance nodig.

Wir brauchen eure Hilfe.

Wij hebben uw hulp nodig.

Wir brauchen einen Plan.

We hebben een plan nodig.

Brauchen Sie die Schlüssel?

Heb je de sleutels nodig?

Brauchen wir eine Universalsprache?

Hebben wij een universele taal nodig?

Wir brauchen das Geld.

We hebben het geld nodig.

Kinder brauchen vor allem Liebe.

Boven alles hebben kinderen liefde nodig.


Gerelateerd aan brauchen

anwenden - benutzen - gebrauchen - verwenden - verwerten - benötigen - nötig haben - bedürfen - müssen