Vertaling van darstellen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen
ik zal bewijzen
jij zult bewijzen
hij/zij/het zal bewijzen
» meer vervoegingen van bewijzen
Kannst du das beweisen?
Kunt u dat bewijzen?
Sie versucht die Existenz von Geistern zu beweisen.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
spielen, darstellen {ww.}
acteren
ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen
ik zal acteren
jij zult acteren
hij/zij/het zal acteren
» meer vervoegingen van acteren
zeichnen, abzeichnen, malen, abmalen, entwerfen, skizzieren, darstellen {ww.}
ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen
ik zal uittekenen
jij zult uittekenen
hij/zij/het zal uittekenen
» meer vervoegingen van uittekenen
aufführen, bieten, anbieten, darstellen, vorstellen, präsentieren {ww.}
ich werde darstellen
du wirst darstellen
er/sie/es wird darstellen
ik zal voorstellen
jij zult voorstellen
hij/zij/het zal voorstellen
» meer vervoegingen van voorstellen
Darf ich mich vorstellen?
Mag ik mij voorstellen?
Sie hätten sich vorstellen sollen.
Je had je moeten voorstellen.