Vertaling van dingen
Inhoud:
Duits
Nederlands
dingen, feilschen, markten {ww.}
marchanderen
pingelen
afdingen
pingelen
afdingen
wir dingen
sie dingen
wij marchanderen
zij marchanderen
» meer vervoegingen van marchanderen
anwerben, dingen, heuern, mieten, in Dienst nehmen, in Lohn nehmen, anstellen, einstellen {ww.}
wir dingen
sie dingen
wij huren
zij huren
» meer vervoegingen van huren
Ich wollte einen Bus mieten.
Ik wilde een bus huren.
Ich wollte einen Reisebus mieten.
Ik wilde een touringcar huren.
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Britisches Englisch unterscheidet sich in vielen Dingen von amerikanischem Englisch.
Brits Engels verschilt in veel opzichten van Amerikaans Engels.
Verschwende mal nicht dein Geld durch den Kauf von Dingen, die du nicht brauchst.
Verspil je geld niet door dingen te kopen die je niet nodig hebt.