Vertaling van dreist

Inhoud:

Duits
Nederlands
dreist {bn.}
dapper 
driest
koen
beherzt, dreist, getrost, mutig, tapfer {bn.}
boud 
dapper 
kloek
koen
moedig
kühn, wagemutig, verwegen, unerschrocken, draufgängerisch, dreist, keck, frech {bn.}
brutaal
gedurfd
stout 
stoutmoedig
vermetel
waaghalzerig
boud 


Gerelateerd aan dreist

beherzt - getrost - mutig - tapfer - kühn - wagemutig - verwegen - unerschrocken - draufgängerisch - keck - frech