Vertaling van durchsickern

Inhoud:

Duits
Nederlands
sich klären, sich reinigen, durchlaufen, durchsickern, hindurchsickern, durchdringen, durchschimmern {ww.}
door filtratie gezuiverd worden
hindurchrinnen, durchsickern, hindurchrieseln {ww.}
doorsijpelen

er/sie/es wird durchsickern
sie werden durchsickern
er/sie/es würde durchsickern

hij/zij/het zal doorsijpelen
zij zult doorsijpelen
hij/zij/het zal doorsijpelen
» meer vervoegingen van doorsijpelen