Vertaling van echt

Inhoud:

Duits
Nederlands
echt, recht, wahr, wahrhaft {bn.}
echt 
eigenlijk
heus
waar 
waarachtig 
authentisch, echt, zutreffend, verbürgt {bn.}
authentiek
echt 
eigen, echt {bn.}
eigen 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Es ist echt windig heute.

Het is erg winderig vandaag.

Diese Perlen sind echt, nicht künstlich.

Deze parels zijn echt, niet kunstmatig.

Er macht eine Mücke aus einem Elefanten. Dieser Tippfehler ist echt nicht so schlimm wie er behauptet.

Hij maakt van een mug een olifant. Dat typfoutje is echt niet zo erg als hij beweert.


Gerelateerd aan echt

recht - wahr - wahrhaft - authentisch - zutreffend - verbürgt - eigen