Vertaling van ein
een of andere
enigerlei
Voorbeelden in zinsverband
Ein Versprechen ist ein Versprechen.
Beloofd is beloofd.
Ein Regenbogen ist ein Naturphänomen.
Een regenboog is een natuurlijk fenomeen.
Ein Truthahn ist ein bisschen größer als ein Huhn.
Een kalkoen is iets groter dan een kip.
Tom schenkte sich ein Glas Scotch ein.
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Bist du ein Zauberer?
Ben je een tovenaar?
Sie beging ein Verbrechen.
Ze heeft een misdaad begaan.
Mary ist ein Seeigel.
Mary is een zeeëgel.
Dies ist ein Satz.
Dit is een voorstel.
Ein Stein schwimmt nicht.
Een steen drijft niet.
Japan ist ein Inselstaat.
Japan is een land van eilanden.
Ich bin ein Held.
Ik ben een held.
Hast du ein Auto?
Heb je een auto?
Er hat ein Auto.
Hij heeft een auto.
Ein Glas Wasser, bitte!
Kan ik een glas water krijgen alstublieft?
Ein Kind braucht Liebe.
Een kind heeft liefde nodig.