Vertaling van ein Tor machen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ein Tor schießen, ein Tor erzielen, ein Tor machen, skoren {ww.}
scoren
een doelpunt maken
een doelpunt maken
wir machen auseinander
sie machen auseinander
wij scheiden
zij scheiden
» meer vervoegingen van scheiden
ablösen, loslösen, auseinandermachen {ww.}
losweken
wir machen auseinander
sie machen auseinander
wij weken los
zij weken los
» meer vervoegingen van losweken
wir machen auf
sie machen auf
wij openen
zij openen
» meer vervoegingen van openen
Öffnen Sie den Koffer.
Koffers openmaken, alstublieft.
Darf ich das Fenster öffnen?
Mag ik het raam opendoen?
wir machen ab
sie machen ab
wij maken los
zij maken los
» meer vervoegingen van losmaken