Vertaling van einander

Inhoud:

Duits
Nederlands
einander, reziprok, wechselseitig {bw.}
over en weer
einander {spreekw.}
elkaar 
elkander
mekaar


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Einst hatten sie einander geholfen.

Ze hadden elkaar ooit geholpen.

Die zwei Damen lächelten einander zu.

De twee dames glimlachten naar elkaar.

Tom und Maria haben einander auf einem Neujahrsfest kennengelernt.

Tom en Mary hebben elkaar op een nieuwjaarsfeestje ontmoet.

Es ging eine geraume Zeit ins Land, seit wir einander letztes Mal sahen.

Het is lang geleden sinds we elkaar voor het laatst zagen.

Alle Menschen sind frei und gleich an Würde und Rechten geboren. Sie sind mit Vernunft und Gewissen begabt und sollen einander im Geist der Brüderlichkeit begegnen.

Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.


Gerelateerd aan einander

reziprok - wechselseitig