Vertaling van einfallen
Inhoud:
Duits
Nederlands
einfallen, einstürzen, hineinfallen, hineinstürzen, hineinstürmen {ww.}
inkalven
er/sie/es wird einfallen
sie werden einfallen
er/sie/es würde einfallen
hij/zij/het zal inkalven
zij zult inkalven
hij/zij/het zal inkalven
» meer vervoegingen van inkalven
einfallen {ww.}
binnenvallen
binnenrukken
binnenrukken
ich werde einfallen
du wirst einfallen
er/sie/es wird einfallen
ik zal binnenvallen
jij zult binnenvallen
hij/zij/het zal binnenvallen
» meer vervoegingen van binnenvallen
antreten, einfallen, einrücken, sich bemächtigen {ww.}
vermeesteren
zich meester maken van
innemen
zich meester maken van
innemen
ich werde einfallen
du wirst einfallen
er/sie/es wird einfallen
ik zal vermeesteren
jij zult vermeesteren
hij/zij/het zal vermeesteren
» meer vervoegingen van vermeesteren
erinnern, einfallen {ww.}
onthouden
memoriseren
memoriseren
ich werde einfallen
du wirst einfallen
er/sie/es wird einfallen
ik zal onthouden
jij zult onthouden
hij/zij/het zal onthouden
» meer vervoegingen van onthouden
Ich habe immer Probleme, mich an Namen zu erinnern.
Ik heb het altijd moeilijk om namen te onthouden.