Vertaling van einhüllen

Inhoud:

Duits
Nederlands
einhüllen, einschlagen, einwickeln, umhüllen, umschlagen {ww.}
woelen
toestoppen
inwikkelen
omhullen
hullen

ich werde einhüllen
du wirst einhüllen
er/sie/es wird einhüllen

ik zal woelen
jij zult woelen
hij/zij/het zal woelen
» meer vervoegingen van woelen

belegen, decken, bedecken, einhüllen, verhüllen, zudecken {ww.}
toedekken
dekken 
bedekken 
beleggen 

ich werde einhüllen
du wirst einhüllen
er/sie/es wird einhüllen

ik zal toedekken
jij zult toedekken
hij/zij/het zal toedekken
» meer vervoegingen van toedekken



Gerelateerd aan einhüllen

einschlagen - einwickeln - umhüllen - umschlagen - belegen - decken - bedecken - verhüllen - zudecken