Vertaling van einladen
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde einladen
du wirst einladen
er/sie/es wird einladen
ik zal uitnodigen
jij zult uitnodigen
hij/zij/het zal uitnodigen
» meer vervoegingen van uitnodigen
Du kannst jede Person einladen, die du magst.
Je mag uitnodigen wie je wilt.
Ich möchte Dich zum Abendessen einladen.
Ik zou je graag uitnodigen om te komen eten
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Du kannst jede Person einladen, die du magst.
Je mag uitnodigen wie je wilt.
Ich möchte Dich zum Abendessen einladen.
Ik zou je graag uitnodigen om te komen eten