Vertaling van einmal
op een keer
Voorbeelden in zinsverband
Versuche es noch einmal.
Probeer het nog eens.
Lies es noch einmal.
Lees het nog een keer.
Ich schwimme einmal pro Woche.
Ik zwem één keer per week.
Wir sind nur einmal jung.
We zijn maar eenmaal jong.
Lass es uns noch einmal versuchen.
Laten we het nog eens proberen.
Er schreibt mir einmal pro Woche.
Hij schrijft mij eens per week.
Hast du schon einmal ein Buch geschrieben?
Heeft u wel eens een boek geschreven?
Sind wir uns nicht schon einmal begegnet?
Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?
Ich war bereits einmal in Kyoto.
Ik ben een keer in Kioto geweest.
Auf einmal gingen die Lichter aus.
Plots gingen de lichten uit.
Kann ich einmal kurz dein Wörterbuch benutzen?
Mag ik je woordenboek even gebruiken?
Lasst uns hier einmal wöchentlich zusammenkommen.
Laten we hier een keer per week vergaderen.
Ich habe ihn sicher schon einmal gesehen.
Ik ben er zeker van dat ik hem al eerder gezien heb.
Hast du deine Zimmertür nachts schon einmal abgeschlossen?
Heb je 's nachts ooit de deur van jouw kamer op slot gedaan?
Er lässt sich einmal im Monat die Haare schneiden.
Hij knipt zijn haar eens per maand.